Theoretische achtergronden
Gestalttherapie is genoemd naar het Duitse woord ‘Gestalt’ ofwel geheel, dit is een begrip uit de waarnemingspsychologie. We nemen de dingen waar als Gestalten, gehelen die meer zijn dan de som van de samenstellende delen. Wij ervaren onszelf ook als een geheel, niet als een optelsom van vaardigheden, gedachten en gevoelens. In Gestalttherapie staat centraal hoe iemand zichzelf als totaliteit ervaart. Vervoort (2003:59).
Gestalttherapie is ontwikkeld door Frits Perls 1893-1970, een psychoanalyticus die in de jaren dertig met zijn vrouw Laura uit Duitsland naar Zuid-Afrika en later Amerika emigreerde.
Gestalttherapie is een holistische vorm van psychotherapie, dat wil zeggen dat geest, lichaam, verstand, gevoel, sensoriek en motoriek een eenheid vormen. Dit in tegenstelling tot klacht/symptoomgerichte therapie. Gestalttherapie baseert zich op het fenomenologische, wat doet zich hier nu voor, welk fenomeen wordt zichtbaar. Het existentiële is belangrijk met als centrale thema’s: persoonlijke beslissingen die een ieder voortdurend moet nemen, de eigen verantwoordelijkheid, de spanning tussen sterfelijkheid en de wil om voort te bestaan. Perls sloot zich aan bij de veldtheorie van Lewin. De veldtheorie neemt binnen de gestalttheorie een belangrijke plaats in. De nadruk wordt binnen de veldtheorie gelegd op de wisselwerking tussen mens en omgeving ofwel tussen zelf en de ander. De gestalttherapeut onderzoekt onderbrekingen in deze processen. De creatieve aanpassing wordt zichtbaar in het contact met anderen. Hoe geeft de cliënt de relatie met zichzelf en anderen vorm? Hoe gaat de cliënt om met grenzen, met zijn eigen grenzen en die van anderen? Er is altijd interactie, deze is zichtbaar op de contactgrens daar vind stagnatie of groei plaats. Op de contactgrens ontmoeten het zelf ( de behoefte, ik en persoonlijkheid) en de ander elkaar. Contactgrenzen zijn verschilpunten. Grens is waar awareness, opwinding en interesse zijn, maar ook waar onveiligheid, ongemak en onzekerheid zijn. Wanneer de cliënt onzekerheid niet kan verdragen wordt het angst. De cliënt trekt zich dan terug of gaat door maar maakt contact zonder te voelen. In gestalttherapie worden velden en dynamieken doorzien. Het gaat om een individu in zijn omgeving.
Visie op ziekte en gezondheid. Perls zegt in zijn eerste boek Ego, hunger and agression dat neurotisch functioneren voort komt uit een verlies van zelfgevoel of gewaarzijn. Dit leidt tot een verstoring van de zelfregulatie, dit gebeurt op de contactgrens. Creativiteit en aanpassing zijn polair. Ze hebben elkaar nodig om uit de omgeving te nemen wat boeit en voeding geeft (Perls, Hefferline en Goodman 1951). Teveel aanpassing geeft neurose, teveel fantasie geeft psychose. Neurotisch gedrag ontstaat daar waar de mens niet in contact is met polariteiten, die in ieder situatie aanwezig zijn. Bijvoorbeeld tussen het verlangen naar autonomie en het verlangen naar contact. Beide polen zijn even belangrijk en noodzakelijk voor gezond gedrag. De grondgedachten van het polariteitsdenken is, dat neurotisch gedrag ontstaat daar waar de mens niet in contact is met polariteiten die in iedere situatie aanwezig zijn. Bij de polariteiten gaat het om de drie basisbehoeften: samen/apart, invloed/afhankelijk, stabiliteit/verandering. Verstoring van deze polariteiten is een verstoring in de creatieve aanpassing (Van Praag 1998: 167- 168).
Van Praag (1998: 25) schrijft dat gezond gedrag gekenmerkt wordt door evenwicht in denken en ervaren. Het integreren van ervaring, de ervaring een plek kunnen geven, wordt ook wel gestaltformatie genoemd. De gezonde mens bevredigt zijn behoeften; wat heeft deze mens nodig en wat wijst hij af; hierdoor ontstaat het zelfbeeld. Het bijeenhouden van de verschillende delen van het zelf (behoefte, ik en persoonlijkheid) tijdens deconstructie, dat is wanneer er iets nieuws opgenomen wordt, vraagt veel inspanning. Daarbij is altijd een zekere angst voor fragmentatie, ofwel uit elkaar vallen, aanwezig. De gezonde persoon zal het opnemen van het nieuwe aangaan. De neuroticus zal dit vermijden. Dit sluit aan bij de opvatting van Lambrechts (2001) dat het vormen van heldere gestalten de voornaamste maatstaf van gezondheid is.
Psychische stoornissen ziet gestalt als problemen in de wisselwerking tussen de persoon en het veld. Met andere woorden: alle problemen zijn stoornissen in het contact met jezelf en je omgeving, het veld.